De straat was bekend om zijn prachtige houten woningen en statige villa’s. In de straat ontstond daardoor jammer genoeg een hevige brand, nadat enkele voltreffers waren gevallen ter hoogte van onder meer nummer 31, 33 en 44. Er werden 106 geteisterde gezinnen geteld. 6 woningen waren vernield (onder meer nrs 31, 33 en 44), 6 zeer zwaar (onder meer nrs 30, 32 en 46) en 5 zwaar beschadigd. 44 andere woningen waren lichter beschadigd, wat een totaal van 61 beschadigde woningen oplevert. De straatbewoners betreurden 12 doden en 12 gekwetsten.

Getuige Walter Schamp (maakte het bombardement mee in Guido Gezelle) in Tranen over Mortsel, 247

‘Tot mijn ontzetting zag ik dat ons huis (nr. 46) er niet meer stond. Het was herleid tot een grote puinhoop. Er waren al veel mensen in de weer met ruimen. Ons huis was getroffen door een zware bom die door de trapzaal tot onder het huis was gekomen en daar was ontploft. Alles was zo ongelooflijk irreëel en ik hoopte, ook nog vele dagen nadien, dat dit alles slechts een vreselijke nachtmerrie was geweest. ’s Anderendaags werd ons vermoeden bevestigd: men trof moeder aan met mijn jongste zusje Frieda, amper drie jaar oud, in haar armen. Ze waren allebei dood. Mijn tweede zusje Nora, dertien jaar oud, werd in Sint-Lutgardis dood aangetroffen samen met vele klasgenootjes. Later zijn wij met vader en de overgebleven kinderen in Boechout gaan wonen. Maar vader is de zware beproeving nooit te boven gekomen. Hij heeft het verlies amper een jaar overleefd.’ 
Lindenlei 44 en 46.

Getuige Stan Hodister (nr. 33) in Tranen over Mortsel, 238

‘Plots werd ik opgeschrikt door een verschrikkelijke ontploffing. Ik wipte op en wilde naar beneden. Bij de trapleuning gekomen, stond ik vlak voor mijn vrouw, die aangestormd kwam. Haar ogen puilden uit, haar haren hingen wild om zich heen, haar gezicht was doorgroefd met zwart stof en bloedvegen. Ik maande haar aan om kalm naar beneden te gaan. Datzelfde ogenblik werd de trap waarop zij stond zo heftig over en weer geschud, dat zij achterover buitelde en met het gezicht naar boven gekeerd de trappen afgleed zonder steun te vinden. Ze zag er afgrijselijk uit. Alles was vol bloed en vuile kalkstof. Waar zij lag, bleef zij liggen.’
Woning Stan Hodister, Lindenlei 33.

Getuige Leo Stuckens in Tranen over Mortsel, 243

‘Toen ik de Lindenlei inwandelde zag ik dode en stervende mensen liggen. Het was niet te geloven hoeveel huizen er in puin lagen – vooral dat van de familie Schamp, dat door een voltreffer was vernietigd. Geen enkele dakpan van ons eigen huis (nr. 36) lag er nog op en alle glas van de veranda was weggeblazen.’
Lindenlei 36.

Hieronder staan zowel de slachtoffers die vielen in de Lindenlei als zij die er woonden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s