Marie-Madeleine Nauwelaers

31 jaar

°26/04/1911, Lier

woonde in Lint, Fabriekstraat 30

haar volledige naam was Marie Madeleine Elvire Julienne Nauwelaers

overleed in het treinstation Oude-God

ze wachtte op de trein nadat ze een cadeau was gaan kopen voor haar man die die dag jarig was

was de mama van slachtoffers André en Jean Hiernaux

Jacqueline Hiernaux hoorde dat haar moeder Marie Nauwelaers aan het station op haar trein stond te wachten toen het bombardement begon: ‘Mijn moeder is geraakt door een stuk van een bom die op de sporen viel en die haar halsslagader en hart doorboorde, dwars door de bank waarop ze zat. De bank werd met twee stukjes hersteld en heeft in het station gestaan tot het werd afgebroken.’

lokaal onderzoeker René De Munter: Marie Madeleine Elvire Julienne NAUWELAERS  werd in Lier in de Mechelstraat 113 geboren op 26 april 1911 bij de kanthandelaar Carolus Ludovicus NAUWELAERS (°1863) en Joanna Maria BALDLINEKER (°1868). Ze woonde na haar huwelijk met de onderofficier Antoine HIERNAUX (°1913) in de Albertstraat 7 in Sint-Katelijne-Waver, waar haar twee oudste kinderen werden geboren : Jacqueline HIERNAUX (1935-2024) en Andreas HEINAUX (1937-1943). Hun derde kind Jean HIERNAUX werd in Mechelen geboren op 3 februari 1940. In 1943 woonde het gezin in de Fabrieksstraat 30 in Lint. André zat in Mortsel in het eerste leerjaar van het Sint-Vincentiusinstituut. Drie dagen na het beruchte bombardement op Mortsel werd hij dood teruggevonden in de Heilig Kruiskerk met een stuk schrapnel in zijn been. Hij was doodgebloed.
Zus Jacqueline overleefde de tragedie en kwam er met wat schrammen en snijwonden vanaf. Moeder en broer Jean zaten samen op een bank in het station van Oude God te wachten op de trein naar Kontich Kazerne. Ze waren een geschenk gaan kopen voor vader, die die dag jarig was. Beiden werden aan flarden gerukt door een inslaande bom. Vader zou later hertrouwen en de dochter werd verder opgevoed door de grootouders.

4 gedachtes over “Marie-Madeleine Nauwelaers

    1. In een ongepubliceerd manuscript schreef Ward Ruyslinck in 1987 over zijn tante en neefjes:

      Op die stralende, met bloesems gebalsemde lentenamiddag zat mijn tante Marie-Madeleine, de jongste zuster van mijn moeder, samen met haar beide zoontjes Jean en André in het station van Oude-God op de trein naar Mechelen te wachten, toen er opeens muziek uit de hemel weerklonk. Onzichtbare, ontstemde harpen gonsden van einder tot einder. Vliegtuigen trokken witte notenbalken, hoog boven hun hoofden, en zoals alle andere reizigers keken ze ernaar, dat veronderstel ik tenminste, met een mengsel van vrees en verrukking. Ze zagen de noten niet die van tussen de balken naar beneden vielen en de lente uiteen deden spatten. De sirenes loeiden te laat en de trein kwam niet. De Oude-God, die al lang tevoren zijn laatste vredesduif had opgelaten, moest machteloos toezien hoe de mens de aarde sloopte.

      Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Frits de Vries, schrijver van Dubbellevens, biografie van Ward Ruyslinck Reactie annuleren