Vandaag is het exact 75 jaar geleden dat Amerikaanse bommenwerpers de Duitse Erla-vliegtuigfabriek in Mortsel wilden vernietigen. Ze dropten maar liefst 600 zware bommen, maar slechts enkelen troffen doel. De balans: 936 doden, onder wie meer dan 250 kinderen. Het was het dodelijkste bombardement in de Lage Landen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toch heeft het drama geen prominente plaats in onze geschiedenis gekregen.

In schoolhandboeken en geschiedenisstudies ontdek je zelden iets over het bombardement van Mortsel. Op 14 mei 1940 voerden de Duitsers een terreurbombardement uit op de Nederlandse havenstad Rotterdam. Er vielen toen naar schatting 800 doden en de volgende dag capituleerde Nederland. Het historische belang van Rotterdam was dus groot, maar dat gold ook voor Mortsel.
De Amerikaanse missie op 5 april 1943 was een mijlpaal in de Europese bommenoorlog. Voor de eerste keer in België werd een doelwit in bevriend en bewoond gebied massaal gebombardeerd. Het feit dat er een hoge officier meevloog wees op het belang ervan. De grote druk op de bemanning verklaart wellicht waarom ze met zoveel bommenwerpers een relatief klein doelwit wilden vernietigen en waarom ze ondanks uitwijkmanoeuvres voor Duitse aanvallen, toch hun bommen dropten.
Mortsel was een geval van friendly fire en collateral dammage. Een ‘vergissingsbombardement’ met onmetelijk veel schade. Onbedoeld, maar ook onbewust? De geschiedenis én de actualiteit leren ons dat het risico om onschuldigen of bondgenoten te treffen een van de belangrijkste bijwerkingen van oorlog is. Dat wisten de geallieerden in 1943 maar al te goed. De onverschilligheid tegenover die dodelijke bijwerking is evenredig. De Amerikaanse bommen van 5 april werden vanop 7000 meter hoogte gedropt. Vandaag kunnen we vanuit de hoogte meekijken naar de zogenaamde precisiebombardementen in Irak of Syrië. Doden vanop afstand maakt zo’n drama’s afstandelijk.
Het oorlogsleven kreeg in heel België na april 1943 een andere wending. Om beter voorbereid te zijn voor zo’n ramp kregen schoolkinderen voortaan een fluitje mee, zodat ze bij een instorting konden aangeven waar ze bedolven lagen. Bij het overlevingspakket hoorde ook een zakdoek om bij een bombardement nat te maken en voor de mond te houden tegen het stof. Een groot aantal van de Mortselse slachtoffer(tje)s was immers door verstikking omgekomen. Zeer ingrijpend was het opgevoerde aantal alarmoefeningen en de verstrengde lichtverduistering. De eskadrons die bijna dagelijks in de lucht werden opgemerkt en zelfs toegejuicht, werden plots een bedreiging.
De geallieerden hadden geen aandacht voor Mortsel. Dat een van de eerste massabombardementen boven België en Nederland tot zo’n bloedbad onder de burgerbevolking had geleid, mocht niet geweten worden. De geschiedenis verdween in de doofpot en is daar tientallen jaren gebleven. Anderhalf jaar later kwamen dezelfde Amerikanen ons bevrijden. De daders van 5 april 1943 waren de helden van de bevrijding geworden.
Na de oorlog werd het bombardement herdacht, maar bijna uitsluitend in Mortsel. In de naoorlogse jaren bij het uitdelen van de Oorlogskruisen voor de zwaarst getroffen Belgische gemeenten werd Mortsel vergeten. Het duurde tientallen jaren eer er een verklaring kwam voor het mislukken van de luchtaanval. Pas in 2004 kreeg Mortsel een herdenkingslint van de Belgische staat als erkenning van het oorlogsleed. De afgelopen tien jaar is er een echte herdenkingscultuur ontstaan. Jonge interviewers bezochten de laatste getuigen. Dit was de echte erkenning waarop velen jarenlang moesten wachten. Hun verhaal werd gehoord en verzameld in mijn boek Tranen over Mortsel. Sinds 2008 lijkt het taboe langzaamaan te verdwijnen. Vele getuigen hadden nog nooit hun verhaal gedaan, sommigen zelfs niet aan hun eigen kinderen. Aan de jongeren wilden ze plots wel alles vertellen. Stilaan is Mortsel symbool geworden voor alle oorlogsslachtoffers. En een inspiratie voor herdenkingsprojecten, die de kracht van het vertellen tonen door niet alleen jongeren en getuigen samen te brengen, maar ook door de slachtoffers centraal te zetten en hun leed te erkennen.

Zo’n herdenkingscultuur gaat niet alleen over Mortsel. Naar schatting 18.000 Belgen zijn omgekomen in zowel Duitse als geallieerde bombardementen en een veelvoud van levens is verwoest. 5 april 1943 kan daarom jaarlijks een dag zijn om stil te staan bij de impact van oorlog, zowel vandaag als in het verleden.
– – –
Geschreven door Pieter Serrien, historicus en auteur van het boek Tranen over Mortsel. Meer info: www.pieterserrien.be
Dit opiniestuk is op 5 april 2018 verschenen op VRT NWS en later overgenomen door Mirari en Knack.
Het feit dat de geallieerden hun bommenregen van zo hoog dropten, namelijk het prachtig weer waardoor ze kwetsbaar waren voor de Luftwaffe, kwam eerst lang na de feiten aan het licht.
Wij ( mijn zus, een paar vriendjes en ik – toen 6 jaar ) hadden geluk ! We waren met ons ‘bomma’ aan het spelen achter Fort 5, in het bos. Het was een vrije namiddag met schitterend warm weer. Plots hoorde ‘ bomma ‘ vliegtuiglawaai hoog boven ons en ze zei ‘ kom we gaan naar huis’ . Hoe het kwam weet ik niet, maar het was waarschijnlijk de eerste keer dat we meteen zonder tegenpruttelen luisterden en meegingen. We waren maar goed een 300 meter richting Prins Boudewijnlaan en daar begon het gedonder al. We zijn verder gevlucht naar een huis aan genoemde straat, waar we binnen mochten. Het was de familie Suikerbuyck die ons opving. Vandaar uit zagen we in de verte de huizen van Mortsel in puin vliegen door de bommen.
Het staat mij nu nog steeds duidelijk voor de geest.
LikeLike
Zoals altijd kwamen de Amerikanen ons niet echt bevrijden. Hun enige doel was hun eigen economie op te krikken en hun eigen belangen veilig te stellen: de FORD fabrieken in Keulen zijn nooit gebombardeerd door de geallieerden, maar het centrum van Keulen wel, waarom: FORD was en is amerikaans. Ook het bombardement op de kunststad Dresden is een oorlogsmisdaad. Of er sprake is van een oorlogsmisdaad bij het bombardement op Mortsel, ligt gevoelig in België en het onderwerp is niet bespreekbaar, maar dit zou toch moeten na 75 jaar en bijna 1000 doden. De waarheid mag en moet gezegd worden, zodat dit verschrikkelijk schouwspel zich nooit meer herhaald. De verantwoordelijken zijn allemaal overleden…maar kritiek moet mogelijk zijn, we leven niet in een dictatuur.
LikeLike