Ode aan mijn tante Mit en de zuster die mijn leven redde.
5 april 1943…; het was inderdaad begonnen als een schitterende lentedag.
Ik was 8 jaar en juist geopereerd van een appendix, en mijn moeder wou dat ik die dag een halve namiddag naar school ging.
Soeur Jeanne-d’Arc (Saint Vincent was toen een Franssprekende school) vond dat ik er nog maar wat bleekjes uitzag en raadde mijn moeder aan om met mij naar de grot van Edegem op bedevaart te gaan. Zogezegd, zogedaan.
Onderweg hoorden we de bommen vallen en we doken in een gracht, mijn moeder ging boven op me liggen om me te beschermen. Ons hondje, den Tootte ging lopen van schrik.
Toen we in Mortsel terug aankwamen zagen we de enorme ravage. De eerste die we gewond boven op zijn ingestorte huis op de Statielei zagen zitten, was mijn nonkel Flor (Flor Carvers), zijn been was geamputeerd en door zijn dij stak een stok of balk. Hij riep op mijn moeder opdat zij zou gaan zoeken naar zijn vrouw, mijn tante Mit. Maar mama heeft me eerst naar huis gebracht. Ons huis, ook op de Statielei was behoorlijk gehavend, maar stond nog recht.
Mijn tante werd levend onder het puin vandaan gehaald, maar ze is enkele dagen later overleden in het Stuivenbergziekenhuis.
De zuster die ons op bedevaart stuurde en al mijn klasgenootjes, waren allemaal omgekomen, op 3 na. Die zuster heeft dus mijn leven gered en dank zij haar ben ik nu al 83 jaar en heb 2 kinderen, 3 kleinkinderen en 3 achterkleinkinderen. En kon ik dit verhaal na 75 jaar nog met jullie delen.
Ode aan mijn tante Mit en de zuster die mijn leven redde.
5 april 1943…; het was inderdaad begonnen als een schitterende lentedag.
Ik was 8 jaar en juist geopereerd van een appendix, en mijn moeder wou dat ik die dag een halve namiddag naar school ging.
Soeur Jeanne-d’Arc (Saint Vincent was toen een Franssprekende school) vond dat ik er nog maar wat bleekjes uitzag en raadde mijn moeder aan om met mij naar de grot van Edegem op bedevaart te gaan. Zogezegd, zogedaan.
Onderweg hoorden we de bommen vallen en we doken in een gracht, mijn moeder ging boven op me liggen om me te beschermen. Ons hondje, den Tootte ging lopen van schrik.
Toen we in Mortsel terug aankwamen zagen we de enorme ravage. De eerste die we gewond boven op zijn ingestorte huis op de Statielei zagen zitten, was mijn nonkel Flor (Flor Carvers), zijn been was geamputeerd en door zijn dij stak een stok of balk. Hij riep op mijn moeder opdat zij zou gaan zoeken naar zijn vrouw, mijn tante Mit. Maar mama heeft me eerst naar huis gebracht. Ons huis, ook op de Statielei was behoorlijk gehavend, maar stond nog recht.
Mijn tante werd levend onder het puin vandaan gehaald, maar ze is enkele dagen later overleden in het Stuivenbergziekenhuis.
De zuster die ons op bedevaart stuurde en al mijn klasgenootjes, waren allemaal omgekomen, op 3 na. Die zuster heeft dus mijn leven gered en dank zij haar ben ik nu al 83 jaar en heb 2 kinderen, 3 kleinkinderen en 3 achterkleinkinderen. En kon ik dit verhaal na 75 jaar nog met jullie delen.
Simone Carvers
° 18/7/1934
LikeLike
dit bericht werd geplaatst in het herdenkingsdoosje ter herinnering aan het bombardement 75 jaar na datum
LikeLike