9 jaar
°30/01/1934, Mortsel
woonde in Mortsel, Van Peborghlei 56
zat ziek thuis van de Sint-Lutgardisschool
overleed in haar woning, samen met haar broertjes Guido en Walter Vackier
Zus Lutgardis Vackier beleefde het bombardement in Sint-Lutgardis en liep samen met
haar kleine broer naar hun huis in de Van Peborghlei: ‘Voor onze straat stonden twee Duitse agenten die ons niet doorlieten. Ik wou door en begreep niet dat het niet mocht, dus ik maakte mij kwaad op die agent. Hij nam zijn karabijn en richtte die op mij. Ik deed het bijna in mijn broek van de schrik. De andere agent zag het gebeuren, spurtte de straat over en trok het wapen van zijn collega weg. Hij pakte me vast en gaf me twee snoepjes. Hij zei de paar woordjes Nederlands die hij kon: “Dat is voor u.” Op dat
moment kwam de zoon van de schoenwinkel ’t Sloefke van naast ons met zijn ets van onder de brug, ons tegemoet. Hij moest ons thuisbrengen van mijn vader. Onderweg lagen mensen te slapen in de goot en ik vroeg hen of ze alstublieft uit de weg wilden gaan.Het huis van de familie Vackier was volledig vernietigd. De kleine Walter, Guido en Lieve, de twee laatste mochten na ziekte nog één dagje thuis blijven van de Sint-Lutgardisschool, werden dodelijk getroffen. Ze waren in de tuin om wat op krachten te komen en werden bedolven onder het puin van hun huis. Lutgardis Vackier: ‘Mijn moeder lag tien dagen in een diepe coma en verbleef één jaar en vier maanden in het ziekenhuis. Omdat wij geen woonst meer hadden, werden wij allen ondergebracht bij familie en vrienden. Zo heb ik zeven maanden in Vosselaar gewoond.’ Godelieve en Guido werden later verkeerdelijk bij de slachtoffers in Sint-Lutgardis geteld.
Tranen over Mortsel, 231-232.