Struikelstenen: Frank Craeybeckx

Frank Craeybeckx, geboren op 6 februari 1924, woonde met zijn vader Herman (broer van de latere burgemeester van Antwerpen Lode Craeybeckx) en zijn moeder Paula Peeters in huisnummer 73 van de Ridder van Ranstlei.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: afbeelding1.jpg
Jasper Van Steenbergen en zijn moeder Veronica Joris brachten het verhaal van Frank

Frank was enig kind. Door gezondheidsproblemen kreeg hij soms thuisonderwijs. Zo leerde hij op heel jonge leeftijd al vijf talen. Hij schreef ook gedichten die gepubliceerd zijn. Samen met zijn neef Jan liep Frank school op het Atheneum van Berchem, waar hij klassieke humaniora volgde. 

In juni 1941 werd Frank (hij zat toen in het 5de middelbaar) benaderd door een zekere Robert Wolsztajn, een Joodse man, lid van de Kommunistische Partij van België. Hij spoorde Frank en zijn neef Jan aan om een verzetscel op te richten op het Atheneum van Berchem. De cel maakte deel uit van de ‘Revolutionaire Volksjeugd van Vlaanderen’, een communistische verzetsorganisatie, onderdeel van het Onafhankelijkheidsfront.

Waarom Frank toetrad tot het verzet blijkt uit een handgeschreven verklaring van zijn neef Jan: “Frank (…) handelde niet in een romantische bevlieging, zijn houding was de noodzakelijke consequentie van een diepbeleefde overtuiging. In juni ’41 kreeg hij contact met de weerstand. Door zijn kalme moed en vastberadenheid stegen zijn verantwoordelijkheden en vlug bekleedde hij een leidende functie. “

Op 20 juni 1942 schreef Frank in zijn eigen dagboek: “Ons land heeft zijn vrijheid verloren. Heel ons leven is veranderd. Mat en laag zal het worden. Met vaste hoop in mijzelf wens ik dat mijn leven er slechts sterker en feller door worden mag. Alles wat goed in mij is, wil ik samenballen om ten allen prijzen te streven naar het mens-zijn.”

De verzetsactiviteiten van Frank bestonden uit het schrijven en verspreiden van anti-Duits propagandamateriaal. Hij schreef mee aan verzetskrantjes, zoals ‘België vrij’, ‘Let op uw Saeck’, ‘Front’, ‘Het vrije woord’, ‘De rode vaan’.  Vanaf einde mei 1942 was hij verantwoordelijk voor verschillende Antwerpse scholen. Daarnaast bezorgde Frank valse papieren en inlichtingen aan mensen die moesten onderduiken. Dat waren weerstanders, werkweigeraars en Joden. Ook verzamelde hij wapens en springstoffen, financiële middelen en rekruteerde hij nieuwe leden.

In het Rijksarchief zitten documenten waaruit blijkt dat de verzetsgroep van Frank nauwlettend in het oog werd gehouden. Onder meer een verslag van de onderzoeksrechter gericht aan de procureur om diens aandacht te vestigen op de verzetskrantjes. Ook de Zwarte Brigade (de geüniformeerde militie van het VNV) hield hem in de gaten. In een proces-verbaal van de politie van Mortsel verklaarde een lid van de Zwarte Brigade van het District Mortsel: “de zoon van Craeybeckx briefjes in brievenbussen te hebben zien steken.”

Frank werd opgepakt op 2 augustus 1942. Hij werd verklikt door een ander lid van dezelfde groep, dat eerder was aangehouden.  Op 4 augustus 1942 schreef de vader van Frank in zijn dagboek: “Verleden zondag werd om kwart voor zeven onze lieve jongen door de Deutsche Polizei weggehaald. Wij lagen alle drie nog te bed. Het hele huis werd doorzocht. Waarvan Frank beschuldigd wordt is ons uit dit onderzoek niet duidelijk geworden. Er was spraak van “commune” en “solidarität”. Wij waren zodanig van slag, Paula en ik, dat wij niet eens behoorlijk afscheid van onzen jongen hebben genomen. Maar hij gedroeg zich uiterst moedig en in den auto heeft hij ons nog toegewuifd.”

De ouders van Frank waren niet op de hoogte waren van zijn verzetsdaden. In de weken die volgden op zijn arrestatie poogden zijn ouders hem te gaan bezoeken in de gevangenis, tevergeefs. Op 6 november 1942 werd Frank getransporteerd van de Begijnenstraat naar het doorgangskamp van Breendonk van waaruit hij op 9 november werd gedeporteerd naar Duitsland, naar het concentratiekamp van Mauthausen. Daar zou hij op 14 november zijn aangekomen. Nadien is hij naar Gusen overgebracht, een buitenkamp van Mauthausen.

Ondertussen bleven zijn ouders wachten op nieuws. Op 2 augustus 1944 schreef Franks mama in het boek ‘Errinerungen’ van Eugenie Schumann: “In weemoedig herdenken aan de twee eindeloze jaren zonder u, lieve Jongen, hebben wij dit boek van herinnering vandaag in uw bibliotheek geplaatst. Maar wij zijn vol vertrouwen dat wij spoedig weer vereenigd zullen zijn. In dat vertrouwen drukken wij u in gedachte innig aan ons hart. Kom nu gauw! Moeke en Pieps”

Franks vader is in zijn dagboek blijven schrijven tot 8 mei 1945. De onzekerheid over het lot van Frank weegt door in elke bladzijde. Op 7 mei 1945 schrijft hij: “Vrede. Zooeven deelde de Radio mede dat Duitschland op alle fronten onvoorwaardelijk gecapituleerd heeft. (…) Wij hebben heel de middag geluisterd naar de lijst van de politieke gevangenen die in Dachau naar hun repatriëring wachten. Onze jongen was er niet bij. Hoelang moet de foltering nog duren! Wij zouden zo gaarne blij zijn! Maar die kwellende onzekerheid! Misschien is Frank nu in blijde stemming met zijn kameraden ergens in Duitschland op den terugweg of in een kamp, wachtend tot men hem naar huis brengt. Arme jongen, wat moet gij geleden hebben. Och, kom nu gauw, gauw terug! De japonika bloeit zo schoon om u te ontvangen! Ik zou nog veel willen schrijven, maar voel me leeg van het angstig dubben en dat eindeloos wachten.”

Op dat moment was Frank al meer dan twee jaar overleden op 26 februari 1943, 19 jaar oud, vier maanden na zijn aankomst in het kamp van Mauthausen. Een medegevangene van Frank vertelde later dat Frank zijn jas had gegeven aan iemand die er slecht aan toe was. Frank zou toen gezegd hebben: “Ik ga toch dood, dus mijn jas is voor jou.”

Met dank voor de teksten en achtergrond: Veronica Joris en Jasper Van Steenbergen, Frank was hun achterneef.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: afbeelding2.jpg
Struikelsteen van Frank Craeybeckx

In Deurne is een straat naar Frank Craeybeckx genoemd. Zijn oom Lode Craeybeckx was van 1933 tot 1937 burgemeester van Deurne en kreeg bij zijn afscheid een straatnaam aangeboden. Op zijn verzoek is die na de oorlog als eerbetoon omgezet in die van zijn neef: Frank Craeybeckxlaan.

Een gedachte over “Struikelstenen: Frank Craeybeckx

  1. Even vermeldenswaard is het feit dat Frank Craeybeckx in Deurne een straat naar zich genoemd kreeg. Via zijn oom Lode Craeybeckx, die van 1933 tot 1937 burgemeester van Deurne en bij zijn afscheid een straatnaam aangeboden kreeg die op zijn verzoek na die oorlog als eerbetoon werd omgezet in die van zijn neef Frank, die dus in Mauthausen vermoord was.
    Naamgeving Frank Craeybeckxlaan
    https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/2515

    Like

Geef een reactie op brief2f330e0143 Reactie annuleren