Julia Peeters

41 jaar

°10/01/1902, Antwerpen

woonde in Mortsel, Bloemenlei 37

overleed in haar woning

Guido Verbruggen vond in 2025 het bidprentje van Julia tussen de papieren van zijn vader: ‘Zij was de nicht van mijn vader. In 1943 was ik zes jaar. Wij woonden in Mol. Vader was operator bij de RTT (Regie van Telefonie en Telegrafie) in het kantoor van Mol. Hij had daar vernomen dat er zwaar gebombardeerd was in Mortsel. Hij heeft toen via telefoon of telegram contact opgenomen met het kantoor van Mortsel, maar kwam niet veel te weten. Thuis heeft hij telefonisch contact opgenomen met zijn zuster uit Borgerhout, die toen met haar gezin tijdelijk in Brasschaat woonde, daar ze dicht bij de vlieghaven woonden (nabij Gitschotellei/Drakenhofstraat). Uiteindelijk heeft een broer van mijn vader die ook in Borgerhout woonde ons ingelicht dat Julia bij de slachtoffers van het bombardement was. Wat ik nog weet en wat mij altijd is bijgebleven is het volgende: de familie van Julia schuilde in een kelder; was dat thuis of elders weet ik niet. Ik denk elders. Tijdens het bombardement miste Julia op een gegeven ogenblik haar dochtertje. In de mening dat ze naar buiten was gelopen, ging Julia op zoek naar haar en werd toen getroffen. Het dochtertje was niet weggegaan, maar was aan ’t spelen met andere kinderen in de schuilkelder. Waarschijnlijk speelden ze verstoppertje. In de tekst van het doodsprentje wordt daar allusie opgemaakt.”